Verwondering met name in de natuur is voor mij een aanzet tot kijken, voelen en beleven. Vormen waar wind, water, vuur of andere aardse elementen mee hebben gespeeld. Een stuk boomschors, leisteen, verweerd ijzer, de ritmes die daarin voorkomen, zijn een inspiratiebron voor de oppervlaktestructuren van mijn dubbelwandige werk. Deze oppervlakken laten tegelijk structuur en spontaniteit zien. De schijnbare chaos wordt door een subtiele rand omkaderd en zo bedwongen. Op de ondersteboven gedraaide objecten wordt een laag gekleurde vloeibare klei aangebracht in verschillende tinten. Al draaiend wordt het ritme erin geslagen.
Deze structuur wordt na de biscuitstook ingewassen met glazuur. De gladbrand vindt plaats op 1220 graden. De objecten balanceren op een ring van rubber en kunnen op diverse manieren neergezet worden. Ze nodigen uit om aangeraakt te worden.
Waar het werk aanvankelijk bestond uit herkenbare vormen zijn ze de laatste jaren vrijer geworden. Hierdoor krijgen de werken een extra dynamiek en zet de vorm zich als het ware voort in de omgeving. Deze objecten hebben dan ook meer ruimte nodig. Tegelijkertijd zijn ze minder gemakkelijk te benoemen.
De basis bestaat nog altijd uit bolvormen afkomstig van de draaischijf. Een typisch keramische techniek dus, een ambachtelijk begin. De aangebrachte structuur wordt door het gebruik van kleuren benadrukt, als een wilde schildering in 3D. Het eindresultaat is abstract met een intrigerend en naar de natuur verwijzend kleurgebruik. Elk werk is uniek.
Voor de wandinstallaties zijn elementen geplaatst op de muur die zich laten lezen als een toonladder in muziek.
Diverse objecten in aardse tinten hangen speels gegroepeerd bij elkaar. Op deze manier kun je zelf je installatie vormgeven op een plek die je past.