Na mijn opleiding op de Rietveldacademie kreeg ik de gelegenheid ‘n eigen atelier te gebruiken. Hier ontstond eigen werk en na ‘n tijdje viel het me op dat ik beelden maakte waar altijd textiel in verwerkt was. ‘n Vriendin wees me op het Textielmuseum in Tilburg. Daar ben ik inderdaad naartoe gegaan. In die tijd was er toevallig een uitgebreide textieltentoonstelling met vrij werk van textielkunstenaars. Dat maakte dat ik ‘n brief stuurde naar het bestuur met vragen hoe ik meer te weten zou komen over deze textielwereld. Ik kreeg het antwoord dat ik een abonnement op het tijdschrift ‘TextielPlus’ zou moeten nemen. Dat bleek inderdaad een goed advies. Dankzij ‘TextielPlus’ kwam ik veel meer te weten over wat andere kunstenaars met textiel maakten. Heel belangrijk bleek ook de jaarlijkse TextielPlusmarkt te zijn!. Hier kocht ik mijn materiaal. Ik heb ook ‘n paar keer tijdens deze textielplusdagen kunnen exposeren.
Veel later bleek dat veel van het gekochte materiaal ook te vervilten was! Ik kocht een (kinder)boekje over hoe je moest vilten en zo startte ik met vilten. Dankzij het ‘gewoon doen’ leerde ik veel over vilten. Om er nog meer over te leren heb ik ook nog ‘n paar cursussen gevolgd. Dankzij de vilt-techniek hoefde ik geen constructies meer te maken om mijn beelden te verwerken. Door de vezels méér te bewerken ontstonden veel mogelijkheden om het werk te maken dat ik wilde maken: Ik had geen verharders als lijm en lak meer nodig!! Iets wat heel welkom was, want daardoor kon ik het tactiele behouden. Ik vind dat textiel dat moet hebben.
Inmiddels heb ik een eigen atelier in Amsterdam Noord waar ik mijn beelden maak. Elk jaar laat ik zo’n twee keer in tentoonstellingen zien waar ik mee bezig ben. Bij elk nieuw werk geef ik mezelf de opdracht ‘n nieuwe techniek uit te proberen. Het eerste beeld wordt dan een VIS.
Voor mij is het exposeren minder belangrijk geworden. Zeker nu ik tachtig ben geworden en daardoor minder aan kan. Ik moet zeggen dat het meedoen aan de Kunstmaand een van de laatste mogelijkheden zal zijn om werk van mij te zien. Exposeren vraagt erg veel energie, ook al is er veel hulp.
Wel zal ik nieuw werk blijven maken, ik heb nog zoveel ideeën!